Eigenlijk iedereen. Vooral de docenten (leraren) zijn belangrijk. Niet alleen omdat de docenten zelf hulp geven aan leerlingen, maar ook omdat de docent het snelst ziet of een kind hulp nodig heeft. Als het nodig is schakelt de docent de mentor of zorg- of ondersteuningscoördinator in. De zorg- of ondersteuningscoördinator zorgt er op school voor dat kinderen de hulp krijgen die zij nodig hebben. De zorg- of ondersteuningscoördinator helpt de docenten en andere ondersteuners. En maakt, samen met jou als ouder en met je kind, een plan waarin staat wat er nodig is. Welke hulp jouw kind krijgt, en hoe vaak. En wanneer en hoe wordt gekeken of de hulp jouw kind helpt. De zorg- of ondersteuningscoördinator regelt dat de hulp er komt en overlegt soms over jouw kind met de teamleider of afdelingsleider van de school, of met het samenwerkingsverband.
Lees hierover meer bij de vraag ‘Wat is een samenwerkingsverband?’.